26 januari 2007

Vanaf heden

Vanaf heden is het Hondsdolheid.wordpress.com , heren. Dank u.

21 januari 2007

APEN TE KOOP

Gedrevenheid en passie. Ontegensprekelijk de alfa en de omega van het wielrennen. Dat moet althans Monsieur Chrono gedacht hebben, zijn zeemvelletje van tussen zijn verkleumde billetjes pulkend, toen hij op zijn sterfbed afscheid van dit aardse tranendal nam. “Hier gij, Poupou,” en Raymond kwam gedwee. Poulidor boog zich over het verschrompelde rozijntje dat ooit vijfmaal “La Grande Boucle” won. Aarzelend bracht Raymond zijn oorschelp naar de gekloven lippen van Anquetil, die met veel moeite uitbracht: “En ook nu weer zult ge tweedes worden.”

Gedrevenheid en passie. Na bovenvermeld genretafereel doen deze twee heroïsche waarden onderschrevene eveneens mijmerend denken aan de nijver en vlijt die Dame Blandinia dagelijks tentoon spreidt. Ter illustratie van deze boutade nemen wij, bevooroordeelden, de broeihaard voor nieuwwassen historici: afdeling geschiedenis. De Blandijnse liftschachten beschouwende als metafoor voor het prototype van de tijdslijn, betrappen we er ons zelven op geen Latijn te bezigen en tevens steevast den telefriek op het vijfde te verlaten. Edoch, ge kunt ook uitstappen op het derde, om maar iets te zeggen. Zot gelijk we zijn, namen we de proef op de som. Slechts gewapend met een klein wit broodje groentesla en een Jommekesboek, getiteld “Apen te koop”, dompelden we ons onder in de lethargische smeltkroes die de vakgroep Klassieke rijk is.

En daarin onderscheiden wij slechts als prolegomena van deze universitaire opleiding een baken dezer Spartaanse attitude. Met vlotte dictie verworden hoorcolleges van vier uur - en het betreft hier uren van zestig minuten, rekels! - tot een lust voor alle zintuigen. Daarenboven, slaap- noch hangmatten treft men aan op deze verdieping bedeeld met het hoofdtelwoord “drie”.

Pauze vraagteken? Anquetil had nooit het wiel kunnen houden van deze mannen buiten categorie.

Images courtesy P.D.R.

29 december 2006

Studietiprubriek

Student! Als gij een dezer weken plots de behoefte op voelt komen een exemplaar uwer syllabi ter hand te nemen, panikeert dan vooral niet. Wij zijn de eerste om het toe te geven: deze drang om te studeren – of dan toch ten minste om enige woorden te onderlijnen – overkomt zelfs ons van tijd tot tijd. Altruïstisch gelijk we zijn, geven we de student, die ondanks alles toch wenst te blokken, hier enige nuttige wenken mede. Beschouwt deze gerust als enen leidraad gedurende de komende blokperiode. Ten eersten, gooit alras uw fluorescerende stiften weg. Vanaf nu hanteert gij enkel nog de alcoholstift. In plaats van de hoofdtermen in een spuuglelijk geel of groen te schilderen, doorstreept ge alle woorden die van minder belang zijn. Begin met de lidwoorden, vervolg met de adjectieven en rangtelwoorden en blijf zo woorden doorstrepen met een zwarte alcoholstift totdat er per bladzijde nog slechts enkele termen leesbaar blijven. Ge zult zien: de bladspiegel die ge zo bekomt, zal veel vlotter in te studeren zijn. Secundo, gezond leven en voldoende vitaminen opnemen zijn sowieso belangrijke waarden waar ondergetekenden dagelijks een punt van maken. Edoch, tijdens de blokperiode is dit dubbel zo waar ende belangrijk. Daarom, student, gaat gij in de maand januari dagelijks des middags een broodje in het aquarium smullen en des avonds enen vollen maaltijd in de Brug genieten. Dit dieet is de sleutel tot uw onderscheiding. Vitamientjes gegarandeerd! Derdes, waarom niet studeren in de leeszaal van de centrale bibliotheek? Neem uw eigen boeken mee! Dat gaat veel sneller en je krijgt er minder rap aids van. Ten vierde: maak u bovenal nergens zorgen over wanneer het studeren, ondanks deze nuttige tips, toch niet zou vlotten. Waar het namelijk allemaal om draait, is intrinsieke intelligentie. En anders is er nog altijd GIT. Vijf. Daags – of indien ge het spannend wilt houden: enkele dagen – voor uw examen laat ge ook de zwarte alcoholstift achterwege. Ge houdt dan enkel nog uw syllabus in kwestie en een aansteker ter hand. Een doosje lucifers kunnen we bij wijze van alternatief nog net goedkeuren. Het gaat als volgt. Ge (her)leest een bladzijde en steekt ze daarna in brand. Dit zal u dwingen om in plaats van uw kortetermijngeheugen meteen uw langetermijngeheugen in te schakelen, daar u geen enkele mogelijkheid meer zult hebben om de desbetreffende paginae nog een keer te herhalen. Het bevordert bovendien de sfeer in de grote leeszaal. Knusjes. Zo, rekels, nu wij ons wederom van onze taak gekweten hebben, kunnen we zelf ook weer met de neus in de boeken verdwijnen. Waar liet ik mijn aansteker? Enneuh, succes!

Vladirubi

28 december 2006

Niet vóór nieuwjaar!

Vladimir wandelde het Muntplein op zoals hij zijn bed uitstapt: als in een automatisme en niet denkend aan een eventueel volgende stap die genomen dient te worden. Toch merkte hij al snel op dat hij de keuze had tussen drie van de vier groene metalen bankjes die rondom het kleine plein opgesteld waren. Het vierde werd ingenomen door een koppel dat hun Panos-broodje opat. Later zou blijken dat het twee Britten waren. In het midden van dat plein stond nog steeds het beeld van die Margaretha die gestorven was na een val van haar paard. In de momentopname van het beeldhouwwerkje zat ze nog steeds in amazonezit op haar paard, het arme dier uit evenwicht brengende met tien kilogram zachtfluwelen mantels.
Zopas had Vladimir de microfilms even gelaten voor wat ze waren. Vier uur doorheen negentiende-eeuwse kranten zoeven had hem geen goed gedaan. Het duizelde nog wat na terwijl hij, op het kille metaal gezeten, zijn zelfgesmeerde boterhammen vanuit hun aluminiumfoliejasje pulkte. Het papje van brood en beleg in zijn mond spoelde hij naar binnen met een sloot cola, terwijl het hem opviel dat het verrassend kalm was voor een woensdag. De eerste winterkoude van het jaar zal daar niet vreemd aan geweest zijn. En terwijl onze held aldus, in de meest triviale overpeinzingen verzonken, zijn lunchpakket naar binnen speelde, kwam een ouder koppel het nog steeds koude en stille pleintje opgeslenterd. De twee kwamen zo stil en traagjes aangewandeld dat Vladimir hen pas opmerkte toen ze reeds halverwege het plein waren. De man scheen omstreeks de vijftig jaar te zijn, de vrouw ergens in de veertig. Beiden waren ze gekleed in een joggingpak en identieke wandelschoenen, hoewel die van de man een rode streep vertoonden en die van de vrouw van een horizontale gele streep voorzien waren. Ondanks hun sportieve kledij, kwamen beiden futloos over en leken ze een bizarre mix tussen uitgebluste toeristen en vermoeide sportwandelaars te zijn. De man had een kleine voorsprong op de vrouw, die voorbij de etalage van een interieurwinkel slenterde. Of ze de dure exclusieve meubels bekeek of controleerde hoe ze er zelf uitzag vandaag, was Vladimir niet duidelijk. Ze wandelde uiteindelijk het plein zelf op en ging zitten op de bank rechts van hem. De man, weinig andere mogelijkheden hebbende, ging naast haar zitten.
Zo zaten ze daar een aantal minuten zwijgend voor zich uit te staren, terwijl Vladimir zijn laatste boterham opat – het was er een met salami, geloof ik. Hij deed alsof hij de komst van het tweetal niet opgemerkt had, op dezelfde wijze waarop hij de twee Engelssprekenden links van hem al die tijd netjes genegeerd had. De man doorbrak het stilzwijgen met de vraag of de vrouw het niet te koud had. Ze mompelde iets terug en herstelde daarmee de stilzwijgende consensus. Terwijl Vladimir de korst van de laatste boterham op de grond liet vallen, begon het koppel over en weer te mompelen. Wat later hoefde hij geen moeite te doen het gesprek te volgen. Het ging namelijk in crescendo toen de vrouw duidelijk zei: “Niet voor nieuwjaar! Je hebt beloofd: niet voor nieuwjaar!” Haar timbre leunde tegen wanhopig huilen aan, maar de man bleef emotieloos voor zich uitstaren, de uitingen van de vrouw naast hem, met hetzelfde mooie trainingspak aan, negerende. Ho maar, daar liet ze het, tot groot plezier van de zijn oren spitsende Vladimir, niet bij. “Maar ge moogt mij niet laten vallen voor Nieuwjaar. Ge hebt het beloofd!” Eindelijk kwamen de traantjes tevoorschijn. Ook dat deerde de man niet, die al even ontroerd als mijn comateuze oma naar de Britten staarde aan de overkant van het pleintje.
De twee Britten vroegen zich ondertussen al af van welk vreemd lokaal gebruik ze getuige waren. Het accent van de twee ersatz-wandelaars was alvast niet uit de streek. Dat trof. De vrouw bleef haar wanhoopswoorden herhalen: “Laat mij dan vallen na nieuwjaar. Maar niet ervoor!” De man tot wie dit alles gericht was, blaakte niet bepaald van interesse. Terwijl Vladimir zijn lege blikje in de vuilnisbak smeet en zijn weg naar de bibliotheek hervatte, passeerde hij voorbij het koppel en glimlachte ze beiden vriendelijk toe.
Bovenstaande speelde zich anderhalve maand geleden af. Vladimir wenst bij dezen het koppel alvast een gezellig eindejaar, een feestelijke overgang van oud naar nieuw en een gelukkig 2007 toe. Voor u van ’t zelfde.

17 december 2006

Franco Saint de Bakker deed zijn bestje in de Vooruit

Dat de Vlaamse Geschiedkundige Kring steevast een voorvechter is in de culturele ontvoogdingsstrijd van de Gentsche geschiedenisstudent hoeft, met het oog op de afgelopen cultuuractiviteiten van dit eerste semester, geen betoog meer. Op de dag van de heilige Sint troonde het cultuurduo ons mee naar de Balzaal van de Vooruit die, just for the occasion, als jazzclub fungeert. Vorig jaar kon jazzminnend VGK nog genieten van de intussen naar New York getrokken Robin Verheyen met zijn Narcissus Quartet. Deze keer programmeerden de Jazz Lab Series de jonge leeuwen van Franco Saint de Bakker. Nee, geen man met lange baard, maar een septet bestaande uit muzikanten en waarvan de groepsnaam voorwaar een amalgaam is van de namen van verschillende groepsleden. Deze heren en dames houden zich normaliter eerder op de achtergrond bij groepen zoals Zita Swoon, Novastar, Flip Kowlier en Dead Man Ray, maar leven zich voor de gelegenheid uit op jazzstandards en houden daarbij geen heilig huisje heel. De set bleek evenwel doorspekt van eigen werk, terug te vinden op de twee cd’s die dit combo bij Heavenhotel uitbracht. De zeven instrumentalisten openden hun set in de Vooruit stevig, maar konden bij nader inzien de verwachtingen niet inlossen. Hoewel ze enkele standards op creatieve wijze heftig dooreen schudden, bleef het al te vaak bij de vlakte. Voor een groep die zichzelf “speels provocerend” en “grensverleggend” noemt, was dit ergens toch teleurstellend. Het waren voornamelijk de blazers die hier wat te licht uitvielen. De trompet van Sigrid van Rosendaal mag dan geloofd worden voor haar zachte zoete klank, tijdens deze gig klonk ze steevast te stil, te braaf en iets te laag in de intonatie van de groep. Bovendien stond ze erbij alsof iemand haar het podium opgeduwd had en ze er zo snel mogelijk weer weg wilde. Dat vindt ondergetekende niet okidoki. Klarinettiste Saar Van De Leest bleef dan weer grotendeels onhoorbaar. En we willen hier niet vrouwonvriendelijk overkomen, maar het waren de dames die het spel lieten slabakken. De interactie tussen de muzikanten liet ook te wensen over. Enkelen hielden constant frontman Elko Blijweert in de gaten om hun inzetten zeker niet te missen en vrijheid in solo’s of improvisaties bleef volledig zoek. Het geheel klonk dus te gerepeteerd. Zelfs hun cover van QOTSA’s No One Knows, stilaan een culthit, waarbij de vocals door de ‘gorgelmachine’ gehaald werden, kon niet echt boeien. Wat eveneens stoorde was een constant achtergrondgezoem door een openstaande microfoon, of dergelijke. Daarnaast mocht de pianist zich wel even de moeite getroost hebben de spuuglelijke beschermhoes van de vleugel te halen. Het oog wil ook wat. Maar goed, terug naar de muziek, want er waren weldegelijk heerlijke momenten waarbij de groep loskwam van de nootjes en er lekker tegenaan ging. Een daarvan was een cover van een nummer van de Braziliaanse gitarist Baden Powell waarbij de melodie klonk als een losgebroken carrousel op de foor doorspekt met computerspelletjesmuziekeffecten. Persoonlijk hoogtepuntje was een gemuteerde versie van Django Reinhardts Flèche d’Or. Ook Tang van Duke Ellington moest er even later aan geloven. Sterkhouders doorheen de ganse set waren frontman en inspirerend gitarist Elko Blijweert, drummer Karel De Backer en pianist Joris Caluwaerts. Wanneer zij samen met de bassist enkele nummers alleen brachten, was het dan ook best genieten.
Rudy Trouvé, gekend van dEUS, Dead Man Ray en van de wallen onder zijn ogen, was special guest van dienst. Dat beperkte zich echter voornamelijk tot wat gestoei in zijn elektronische speeltuin: wijnglazen over microfoons en dies meer. Voor In ruins van Kiss My Jazz nam hij echter zelf de microfoon ter hand en dit keer voor traditioneel gebruik: om in te zingen. Tweede hoogtepuntje van de avond voorwaar. De ‘abstracte vocals’ van gastvocalist Tim Van Der Poel gingen aan uw dienaar en andere VGK-kinderen voorbij. In het laatste bisnummer nam heer Trouvé zelf de gitaar ter hand. De intensiteit die toen uit de muziek voortvloeide hadden we graag wat meer willen ervaren in het voorafgaande uur. Om kort te gaan, lieve kijkbuiskindertjes, een eclectische set – van tekenfilmmuziekjes tot rustige ballads – met evenveel hoogte- als dieptepunten. Meer horen?
[Foto's: Dirk Vervaet]

04 oktober 2006

Probatio pennae

En dat ik er geen idee van had, hoe moeilijk het is om op correcte wijze de triangel te bespelen. Ik beken, maar het lijkt me toch een uitgelezen kans om de perfecte slagtechniek te verwerven. Toch was het altijd al grappig om de percussionist achteraan rechts van het orkest in de gaten te houden, wachtend op een stoeltje, de maten aftellend tot die ene te geven triangelslag in een muziekstuk van om en bij het kwartier.

Een pot ravioli is ook geen rechtspersoon, beste Hugo. En hoewel ik daags tevoren de houten plankenvloer volledig uitgebroken had, kon ik het nog steeds niet vinden met mezelf.

Tuc-koekjes. Of hoeveel er in één keer in mijn mond zouden passen. Het bleken er vijf te zijn. En of het smaakte!

10 september 2006

September Jazz

Peter Hertmans Quartet feat. Billy Hart

Philip Catherine Trio

Give Me Some More...